SGS - Viertallencompetitie

Viertal Rhenen 1 houdt Doorn-Driebergen 1 in toom

Op maandag 25 maart 2024 startte het viertal van Rhenen 1 goedgemutst tegen de schakers van
Doorn-Driebergen 1. Alweer de laatste ronde van het seizoen. Wie gaat er kampioen worden? Drie
ploegen – waaronder onze tegenstanders – gingen aan de leiding. Alleen Rhenen 1 kon niet meer in
de prijzen vallen en gelet het aantal bordpunten moest Doorn-Driebergen winnen! Helaas voor de
Heuvelruggers troffen zij in Rhenen 1 een team in vorm. En ook niet onbelangrijk: Jan Ashof wilde
weleens van die ‘hatelijke nul’ af. De uiteindelijke uitslag (2 – 2) stemde Rhenen (en Jan) tot
tevredenheid, al had er misschien nog wel meer ingezeten.

Na zijn geslaagde invalbeurt in de vorige ronde viel Marinus Mulder (bord 3) deze keer in voor
teamleider Wim Schreurs die ’s-middags een kleine chirurgische ingreep moest ondergaan. Ditmaal
bond hij met de zwarte stukken de strijd aan met Marcel van Dijk. In een rustige opening koos
Marinus g6 en b6 voor een fianchetto op beide flanken. Al op de 5 e zet moest een zwart paard
worden geruild tegen een witte loper. Na wederzijdse korte rokades verlieten ook beide dames al
snel de arena. De daaropvolgende ruil van torens bleek de aanloop van een door Marinus geplande
mataanval. Toen Marcel niet correct reageerde was het pleit op de 22 e zet beslecht. Mat achter de
paaltjes! (1 – 0).

Karel Troostheide (bord 4) kruiste de degens met Rob Nieuborg. Maar liefst 60 zetten had Rob nodig
om Karel tot opgave te dwingen. Onze voorzitter was iets te slordig omgegaan met zijn verdediging
op de Koningsvleugel. Toen er ook nog ‘zomaar’ een wit paard sneuvelde, zat remise er ook niet
meer in. Rob had de laatste 8 zetten de bal. En was het niet Cruyff die zei ‘Als je de bal niet heb ken
je niet scoren?’ (1 – 1).

Vervolgens was het de beurt aan Jan Ashof (bord 1), die erop gebrand was eindelijk eens van die
‘hatelijke nul’ af te komen. In zijn partij tegen Jan van Ruler ontstond er meteen een gevecht in het
centrum, dat na verloop van tijd steeds meer remisetrekjes begon te krijgen. Wit was meer in de
aanval, maar de zwarte stukken van de Rhenenaar verdedigden stug en zochten waar mogelijk de
aanval. Op een gegeven moment resulteerde dit in pionwinst voor zwart. Hier stond echter een
positioneel voordeel voor wit tegenover. Aanleiding voor Jan van Ruler om remise aan te bieden.
Gelet de stand van de wedstrijd en de situatie bij Geurt van Veenendaal op het bord (loper voordeel)
werd het remisevoorstel geaccepteerd (1,5 – 1,5).

De uiteindelijke beslissing kwam hiermee in handen van Geurt van Veenendaal (bord 2) te liggen. De
partij tegen Marc Berisa – een vervelende tegenstander om tegen te spelen, want hij houdt zijn mond
niet dicht – ging heel lang gelijk op. Geurt kwam echter langzaam maar zeker wat beter te staan.
Marc is een speler die het liefst alles snel afruilt, waardoor Geurt zich genoodzaakt zag om soms ‘een
stuk terug te halen’ om zo de ruil op een beter voor wit geschikt veld te realiseren. Door een te
snelle zet kwam Geurt een kwaliteit achter, hetgeen echter niet veel later werd ‘goedgemaakt’ door
een blunderende Marc. Het eindspel met een loper meer zou bij zorgvuldig spel winst moeten
opleveren, maar Geurt vond het mooi genoeg geweest. Hij was het geleuter meer dan zat! (2 – 2).


Naar later bleek is de wedstrijd tussen Bommelerwaard 3 en Moira- Domtoren 1 niet op dezelfde
avond – maar pas twee weken later – gespeeld. Vreemd! De ‘Bommelaars’ wisten de wedstrijd met 3
– 1 naar zich toe te trekking. Daarmee werd het kampioenschap binnengehaald. Doorn-Driebergen 1
legde beslag op de tweede plaats. Rhenen 1 moest ondanks een sterke eindsprint helaas genoegen
nemen met de laatste plaats. Ondanks deze positie was het een leuke competitie waarin de
krachtsverschillen niet al te groot waren.